Dit forum is bedoeld voor vragen en opmerkingen die opkomen tijdens het invoeren van de akten van de Surinaamse Burgerlijke Stand. U kunt zelf berichten plaatsen, lezen wat de ervaringen zijn van andere deelnemers, en reageren op berichten. Via de links hierboven kunt u direct doorgaan naar de sectie 'Mededelingen' (van het projectteam), 'Vragen' en 'Tips' over de invoer en 'Opmerkelijk' voor bijzondere vondsten.
Bij het invoeren van de overlijdensakten uit 1855 komt met enige regelmaat als overlijdensadres Oranjestraat 112 voor, met name bij zeelieden. Ik had al eens in Delpher gezocht, maar kwam alleen een particulier "transport" tegen. In 1850 werden huis en erf aan de Oranjestraat 112 verkocht aan de weduwe J.T. Langguth geboren Mackenzie, voor haar minderjarige kinderen.
Zou het een particulier ziekenhuis zijn geweest, of een soort pension?
Familieleden Langguth verkochten deze woning en erf in 1863.
You need to be a member of Historische Database van Suriname & de Cariben to add comments!
Replies
Zou best kunnen, pensionhoudster was in die tijd een net beroep voor weduwen. En gezien de advertenties vermoed ik dat ze de erfenis van haar minderjarige kinderen in het pand heeft belegd en hebben die het 13 jaar later weer verkocht.
In een poging nog iets meer over deze familie, en het pand, te weten te komen, ontdekte ik een complete schat aan informatie. Voornamelijk over de familie.
Weduwe J.T. Langguth geboren Mackenzie bleek Henrietta Clasina Mackensie te zijn. Zij was als kind te vinden bij de volkstelling 1811, samen met haar moeder en 4 tantes, die alle 5 naaister van beroep waren. Allen stonden vermeld als "Coleurlingen". Het familieverband werd pas later duidelijk. De moeder van Henrietta Clasina "Mackinse" heette bij de volkstelling: Carolina Henrietta van Aurora van Da Costa. Haar tantes Anatje en Maria Catharina Elizabeth droegen ook deze achternaam. [Een zoon van Anatje heette Johannes Olorius.] De andere 2 tantes waren Susanna Isabella Magdalena Lit[t] en Helena Jacoba Aurorius [Aulorius].
In de Geprivilegeerde Sur. Crt. d.d. 08-12-1828 verscheen een rouwbericht na het overlijden van Susanna Isabella Litt, uit naam van haar zusters: A.P. Aulorius, M.C.E. Aulorius, C.H. Aulorius, H.J. Aulorius, en vriend J.B. Louzada, Mz [met wie Susanna Isabella Litt 2 kinderen Louzada kreeg; zij stierf kort na de geboorte van het 2e kind. Haar zus Anna Petronella Aulorius was de vroedvrouw.]
Ergens tussen 1811 en 1828 vond een naamsverandering plaats, maar deze heb ik niet in Delpher kunnen vinden. Johannes Olorius behield zijn achternaam.
Anna Petronella Aulorius staat ook als vroedvrouw vermeld in de dissertatie Een ongekende elite: De opkomst van een gekleurde elite in koloniaa... (Ellen Neslo, 2016), samen met zus [Maria] Catharina Elisabeth Aulorius, eveneens vroedvrouw.
In 1853 verkocht Anna Petronella haar woning aan de Gravenstraat 23 aan haar nichtje Henrietta Clasina Mackensie, weduwe Lang[g]uth.
Henrietta Clasina Mackensie overleed op dit adres op 09-10-1883, 81 jaar oud. Op haar overlijdensakte staat de naam van haar moeder als Carolina Henrietta Aulorius. Haar kleinzoon Theodorus Guillaume Langguth, 25 jaar, zeeman, deed de aangifte. Ook Anna Petronella Aulorius was hier eerder overleden, op 18-05-1862, 92 jaar oud. Twee zonen van Henrietta Clasina waren aangever en getuige, resp. Aegidius Carl Frederich Langguth en Klaas Jacob Langguth. [Tweede getuige was een David da Costa.]
Op basis van haar overlijden was Henrietta Clasina in 1811 ca. 9 jaar oud. Bij de volkstelling 1811 stond ook dat zij een kind was, en dat zij naar school ging. In 1838 zijn twee van haar kinderen [Langguth] te vinden op de school van hoofdonderwijzer C.A. Batenburg.
In de Wi Rutu 3 (1), 2003, p. 30-35, schreef Peter Kroesen al over haar familie, en haar huwelijk met de uit Goes afkomstige Johannes Theodorus Langguth. Aurora van Da Costa werd in 1793 gemanumitteerd en zij had daarna haar moeder Amba [ook bij VT 1811], vier dochters, en een kleinzoon gemanumitteerd.
Om alles nog iets ingewikkelder te maken, in de Wi Rutu (1), 2013, staat het artikel Geboorten, ondertrouw/trouw en naamsverandering Suriname begin 19e eeuw, van John Sang Ajang. Op blz. 66 staat onder "gehanteerde aliassen": de vrije Aurora van W.H. Esser zich genoemd hebbende Aurora van Da Costa (Sg1811 nr. 19).
E.e.a. staat ook in de thesis van Nicky Post, The free non-white ladies of Suriname: Moving up from slavery, 1770... (2017).
De zussen Aulorius en hun (klein)kinderen zijn ook in het Nationaal Archief te vinden, o.a. als eigenaren, in de slavenregisters, en bij enkele manumissies, en uiteraard in het NAS, in akten en in wijkregisters, maar hier laat ik het maar bij. :)