Dit forum is bedoeld voor vragen en opmerkingen die opkomen tijdens het invoeren van de akten van de Surinaamse Burgerlijke Stand. U kunt zelf berichten plaatsen, lezen wat de ervaringen zijn van andere deelnemers, en reageren op berichten. Via de links hierboven kunt u direct doorgaan naar de sectie 'Mededelingen' (van het projectteam), 'Vragen' en 'Tips' over de invoer en 'Opmerkelijk' voor bijzondere vondsten.
In onderstaande overlijdensakte IV 1828-1876 Suriname met folio 500/1 zou de moeder (slavin Daphe of toch Daphne?) van de overledene gewoond hebben in de rivier Saramacca. Wat moet ik me hierbij voorstellen? Een klein eilandje in de rivier waarop een hutje is gebouwd? Wie weet raad met deze vraag?
You need to be a member of Historische Database van Suriname & de Cariben to add comments!
Replies
Hallo Reneej,
Het verkeerde gebruik van voorzetsels zet je op het verkeerde been.Door het toezenden van voorbeelden heb ik nu andere inzichten gekregen. Reneej, hartelijk dank voor je informatie!
Hallo Huub,
Hartelijk dank weer voor je uitgebreide speurwerk! Het blijft me toch intrigeren dat in de akte wordt gemeld, dat moeder heeft gewoond in de rivier Saramacca en haar zoon in deze rivier zou zijn geboren!
Dag José,
Kijkend in historische kranten in Delpher, vroeg ik me af of het hier niet iets "taalkundigs" is, en dat destijds het woord "in" werd gebruikt, waar we nu "langs" of "aan" zouden gebruiken.
Zie bijv. deze advertentie in de Sur. Crt. d.d. 26-01-1830:
Idem in de Sur. Crt. d.d. 05-11-1839:
Ook in de Arnhemsche Crt. d.d. 05-11-1853 werd gesproken over het etablissement Voorzorg "in de rivier Saramacca", dat tussen andere plantages lag:
In het Nationaal Archief is een kaart te vinden van de rivier Saramacca, waarop de ligging van een etablissement "voor Menschen met de boasie besmet" te zien is. Dat lag daadwerkelijk in een bocht van de rivier.
Het was ook heel bijzonder om hier over de manumissie van "Evan" [Hugo Evert] van Westland te lezen.
Via gouverneursjournalen was te vinden dat hij in mei 1837 door het gouvernement van plantage Burnside was gekocht "voor den vrijdom", voor ruim 1500 gulden. Hij moest echter eerst aan bepaalde voorwaarden voldoen, voordat hij brieven van manumissie zou krijgen. (Anderen kregen voor hun verdiensten geen vrijheid, maar een zilveren penning. Eén van deze penningen is aan het Rijksmuseum geschonken.)
Pas in september 1838 werd besloten dat Evan aan alle voorwaarden voor zijn manumissie had voldaan (te lezen in het betreffende gouverneursjournaal). Volgens de getuigenis van de Landdrost van het opperdistrict Nickerie had hij zich sinds mei 1837 "bestendig en voorbeeldig" gedragen, en hij was toegetreden tot de Moravische Broedergemeente. Zijn vrijlating was inderdaad "wegens betoonde trouw bij gelegenheid van het complot onder de Slavenmagt van plantaadje Burnside".
Volgens bovenstaande akte was Evan van Westland matroos aan boord van de schoener Clijde in de rivier Saramacca.
Evan is in 1838 gemanumitteerd de voornamen die hij daarbij kreeg (Hugo Evert) staan niet in deze aket, Evan was zijn slavennaam.
Evan heb ik niet in het slavenregsiter van Burnside gevonden. Wel een Evan in Belladrum ook een plantage in Coronie. Dat register loopt tot 1838 en het vervolg 1838-1848 ontbreekt. Misschien is hij net op dat moment gemanumitteerd.
In het slavenregister van Burnside staat wel een Daphne. De ambtenaar kan de naam verkeerd gespeld hebben.
In een publicatie van Philip Dikland vinde je meer informatie over zijn manumissie:
1838 – manumissie Hugo Evert van Westland (manumissieregisters)
In 1838 werd door het gouvernement de slaaf Evan van de plantage Burnside
gemanumitteerd, en ontving de naam Hugo Evert van Westland. Manumissie kwam wel meer
voor, en op Burnside kregen 14 slaven op deze manier hun vrijheid. Gewoonlijk betrof het de
concubine en de kinderen van het blanke personeel op de plantage. Maar in Evan’s geval ging
het om iets heel anders ; aan hem werd manumissie verleend tot loon voor deszelfs getrouwen
diensten (complot slaven Burnside).
Wat voor complot was dat ? Het wordt in de manumissiebrief niet nader omschreven, maar
het moet welhaast het grote complot zijn waarvan “Tata” Colin, een slaaf van Leasowes, de
leider was.
Het hele artikel vind je op zijn Heritage site.