Dit forum is bedoeld voor vragen en opmerkingen die opkomen tijdens het invoeren van de akten van de Surinaamse Burgerlijke Stand. U kunt zelf berichten plaatsen, lezen wat de ervaringen zijn van andere deelnemers, en reageren op berichten. Via de links hierboven kunt u direct doorgaan naar de sectie 'Mededelingen' (van het projectteam), 'Vragen' en 'Tips' over de invoer en 'Opmerkelijk' voor bijzondere vondsten.
Kantongerecht 3 Nov. 1909. "De West: nieuwsblad uit en voor Suriname". Paramaribo, 05-11-1909, p. 1., https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011090772:mpeg21:p005
Van de „schrok" van de politie, was zijn vrouw ziek geworden, vertelt beklaagde C. en dit heeft een treurig gevolg gehad voor den gezegenden staat waarin het goede mensch verkeerde. Het is dan ook wel om te schrikken, als in het huis van een eerzamen kleermaker plotseling des avonds drie agenten binnenstormen, licht aansteken, en aan 't zoeken gaan naar voorwerpen van hazardspel.
Nu behooren dergelijke voorwerpen natuurlijk niet thuis in de woning van een eerzamen kleermaker. Maar beklaagde is eerlijk genoeg om te bekennen dat de voorwerpen er waren niet alleen; doch ook dat hij van plan was er gebruik van te maken. Doch dit zou eerst op een later avonduur geschieden. De politie was te vroeg gekomen! De “bedoel” was — zoo licht hij nader toe— om een „pleizieravond” te maken, en dan zou er ook wat “dadoe" gespeeld worden. Toen de politie kwam, was echter de pleizieravond nog niet begonnen. Alles was donker. De politie rukte echter de deur open, stak een kaars aan, en vond daarna de voorwerpen voor het hazardspel. Aldus beklaagde.
De verklaringen van de agenten van politie, luiden eenigszins anders, tot groote woede van beklaagde, die zijn verontwaardiging niet onder stoelen of banken verbergt.
De beambte Hughes is 't eerst aan de beurt. Hij verklaart, dat er licht brandde in 't huis. Dank zij de doorluchtigheid der palissadenwanden, kon de politie naar binnen kijken. En daar zag men beklaagde C. met vier Britsch-lndiërs bezig aan het dadoespel. Beklaagde was bankhouder. Toen men binnentrad, deed beklaagde het licht uit, en trachtte de voorwerpen van het dadoespel weg te moffelen. Dit was echter niet naar den zin van de politie, die weder licht maakte, en niet alleen het dadoebord, maar ook de daarbij behoorende centen en het tolletje in beslag nam.
Beklaagde noemt „alles gelogen" door dezen agent, doch hij troost zich met de gedachte, dat Hughes na zijn dood wel de straf zal krijgen die hij verdient voor zijn liegen. Waaruit blijkt, dat beklaagde in de gerechtigheid van deze wereld niet veel vertrouwen stelt.
De beambte Blijd legt dezelfde verklaring af als de vorige getuige.
Rechter: Weet U zeker, dat U de menschen hebt zien spelen?
Getuige: Zeker, mijnheer.
Rechter: En er was geen licht?
Getuige: Wie zegt dat?
Beklaagde: (met luiden stem): ik!
Getuige: (lachend): er was licht.
Beklaagde: Zoo waar helpe mij God almachtig, de beambte ..... .
Rechter valt hem in de rede (groote vroolijkheid onder het publiek).
De beambte Bush heeft nu het woord.
Hij verklaart ook, dat er licht was, en dat men de menschen kon zien spelen.
Beklaagde: Ze liegt!
Getuige vervolgt, dat alle voorwerpen van het dadoespel duidelijk van buiten té zien waren.
Beklaagde: Heb je de centen zien liggen?
Getuige: Ja.
Beklaagde: Durf je een eed doen?
Rechter: Dat heeft getuige al gedaan. Het staat bij mij vast, dat jullie hebben gespeeld.
Beklaagde: We zouden spelen!
Rechter: Val mij niet meer in de reden. De straf die op dit feit staat, is één tot vijf dagen gevangenisstraf en een boete van f 3 tot f 50, tezamen of afzonderlijk. Voor ditmaal zal ik een boete van f 3 opleggen, doch ik raad je voorzichtig te zijn, vooral jij die nu eenmaal in een kwaden reuk staat bij de politie, omdat men weet dat geregeld in je huls wordt gespeeld.
Beklaagde: Niks van waar. Ik zit de heele dag voor de naaimachine. Waar zou ik dan gelegenheid vinden om te spelen?
hazardspel: een koperen kubus waarop een koperen deksel past. Op de koperen kubus worden rood-witte blokjes geplaatst. Die worden met de koperen deksel afgedekt. De rode helft van het blokje geeft het winnend nummer aan. De spelers kiezen elk een nummer uit. Daarna wordt het deksel afgehaald en naar de ligging van de blokjes gekeken. Is de rode helft naar de kant van de bankier, dan is nummer één het winnend nummer. Is de stand aan de linkerkant van de bankier dan is nummer vier het winnend nummer. De winnaar krijgt drie keer zijn inzet terug.
You need to be a member of Historische Database van Suriname & de Cariben to add comments!
Replies
Wat een mooi verhaal! En fijn dat je ook even uitlegt wat het hazardspel inhoudt, had er nog nooit van gehoord :-)
Weer een prachtig tafereel, Norine. Genieten. Ik wacht op de volgende! ;-)
Wat bijzonder, het wordt bijna als een soort mop verteld. Ook het vervolg is grappig: 'Het zwaartepunt zit dus in het aantal.'